Er zijn 2 vaccins tegen Leishmaniose beschikbaar: Canileish en Letifend, een in Spanje geproduceerd vaccin.
Beide fabrikanten vermelden in de bijsluiter:
“Voor de actieve immunisatie van Leishmania-negatieve honden vanaf 6 maanden ter vermindering van het risico op het ontwikkelen van een actieve infectie en een klinische ziekte na contact met Leishmania infantum.”
Canileish vermeldt: “Bij honden die ondanks de vaccinatie leishmaniasis ontwikkelen (actieve infectie en/of ziekte), is gebleken dat er geen voordeel is om met de inentingen door te gaan.”
Hieruit blijkt dat je hond de ziekte nog steeds kan oplopen, ondanks vaccinatie.
Letifend vermeldt: “Het vaccin is veilig voor geïnfecteerde honden. Hervaccinatie van geïnfecteerde honden verslechterde het verloop van de ziekte niet (gedurende de observatieperiode van twee maanden). Er werd bij deze dieren geen werkzaamheid aangetoond.”
In het verslag van de Europese registratie autoriteit is het volgende te vinden over de effectiviteit: “Approximately 57% of vaccinated and 72% of controls were tested positive for Leishmania at least once at different time points of the study. Approximately 43% of the vaccinated and 28% of the controls remained Leishmania free during the whole natural exposure phase.”(1). Hieruit kan worden geconcludeerd dat op basis van de door de fabrikant uitgevoerde studie het risico op infectie met L. infantum in gevaccineerde dieren met ongeveer 21% is verlaagd. Bron: Nederlandse vereniging voor Parasitologie
In Spanje waar de ziekte endemisch is, is een petitie gestart om het vaccin Canileish te verbieden. Dit vanwege de vele ernstige bijwerkingen. Zie ook dit artikel.
Letifend vermeldt in zijn registratie: “De gegevens hebben aangetoond dat een gevaccineerde hond 9,8 maal minder risico loopt op het ontwikkelen van klinische tekenen, 3,5 maal minder risico op het hebben van detecteerbare parasieten en 5 maal minder risico op het ontwikkelen van een klinische ziekte dan een niet gevaccineerde hond.”
Maar ook met dit vaccin heeft je hond nog steeds (grote) kans Leismaniose op te lopen.
De EMA vermeldt in een samenvatting over Letifend: “Er moeten maatregelen worden genomen om de blootstelling aan zandvliegen bij gevaccineerde honden te verminderen, aangezien het vaccin niet zorgt voor de preventie van Leishmania-infectie.”
CaniLeish | Letifend |
---|---|
(Virbac) | (Laboratorios LETI) |
6 maanden en ouder | 6 maanden en ouder |
Werkzame bestanddelen | |
Lyofilisaat: Leishmania infantum Excreted Secreted Proteïnen |
Lyofilisaat: Recombinant eiwit Q uit Leishmania infantum MON-1 |
Adjuvantia/hulpstoffen | |
Adjuvans: Gezuiverd extract van quillaja saponaria (QA-21): Trometamol, sucrose, mannitol Oplosmiddel: Natriumchloride oplossing, water voor injectie |
Lyofilisaat: natriumchloride, argininehydrochloride, boorzuur. Oplosmiddel: water voor injecties. |
Dosering | |
Jaarlijks, na een 3-voudige basisvaccinatie met een interval van 3 weken. | Jaarlijks na enkelvoudige basisvaccinatie. |
Indicatie: Voor de actieve immunisatie van Leishmania-negatieve honden vanaf 6 maanden ter vermindering van het risico op het ontwikkelen van een actieve infectie en een klinische ziekte na contact met Leishmania infantum. |
Indicatie: Voor actieve immunisatie van niet-geïnfecteerde honden vanaf de leeftijd van 6 maanden, ter vermindering van het risico op het ontwikkelen van een actieve infectie en/of klinische ziekte na blootstelling aan Leishmania infantum. |
Toediening | |
Subcutaan | Subcutaan |
Bijwerkingen | |
Gematigde en lokale reacties van voorbijgaande aard zoals zwelling, nodulus, pijn bij palpatie of erytheem, maar deze reacties verdwijnen spontaan binnen 2 tot 15 dagen (vaak). | Krabben op de injectieplaats (zeer vaak), spontaan herstel van een dergelijke reactie werd binnen 4 uur waargenomen. |
Hyperthermie, apathie en spijsverteringsstoornissen gedurende 1 tot 6 dagen (vaak). | |
Anorexie en braken (zeldzaam). | |
Allergie-achtige reacties (zeldzaam). | |
Ernstige overgevoeligheidsreacties die fataal kunnen zijn (zeer zeldzaam). | |
Waarschuwingen | |
De veiligheid van dit diergeneesmiddel is niet onderzocht tijdens dracht en lactatie. Daarom wordt gebruik tijdens dracht en lactatie niet aanbevolen. | De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht of lactatie. Daarom wordt het gebruik afgeraden tijdens de dracht en lactatie. |
Transiënte antilichamen tegen Leishmania, die met een ImmunoFluorescence Antibody Test (IFAT) aangetoond kunnen worden, kunnen verschijnen na de vaccinatie. Antilichamen die door de vaccinatie zijn geïnduceerd kunnen onderscheiden worden van antilichamen die tijdens een natuurlijke infectie zijn aangemaakt met behulp van een snelle diagnostische serologische test als eerste stap van een differentiële diagnose. | |
In gebieden met een lage of geen infectiedruk dient de dierenarts een baten/risicobeoordeling uit te voeren alvorens te besluiten het vaccin bij honden toe te dienen. | |
Het effect van het vaccin, met betrekking tot de volksgezondheid en de controle van de infectie bij mensen, kan niet worden ingeschat op basis van de beschikbare gegevens. | |
Alleen gezonde dieren vaccineren. De werkzaamheid van de vaccinatie bij honden die al geïnfecteerd zijn is niet onderzocht en kan daarom niet worden aanbevolen. Bij honden die ondanks de vaccinatie leishmaniasis ontwikkelen (actieve infectie en/of ziekte), is gebleken dat er geen voordeel is om met de inentingen door te gaan. Injectie van het vaccin bij honden die al geïnfecteerd zijn met Leishmania infantum toonde geen specifieke bijwerkingen anders dan die in rubriek bijwerkingen staan beschreven. Het wordt aanbevolen vóór de vaccinatie een Leishmania infectie te detecteren met behulp van een snelle serologische diagnostische test. | Het vaccin is veilig voor geïnfecteerde honden. Hervaccinatie van geïnfecteerde honden verslechterde het verloop van de ziekte niet (gedurende de observatieperiode van twee maanden). Er werd bij deze dieren geen werkzaamheid aangetoond.
Een test voor de detectie van Leishmania-infectie voorafgaand aan vaccinatie wordt aanbevolen. De impact van het vaccin in termen van de volksgezondheid en de controle van infectie bij de mens kan op basis van de beschikbare gegevens niet worden geschat. |
Het ontwormen van besmette honden vóór de vaccinatie is aanbevolen. | Alleen gezonde en niet-geïnfecteerde dieren vaccineren. Ontworming van geïnfesteerde honden voorafgaand aan vaccinatie wordt aanbevolen. |
De vaccinatie dient niet te verhinderen andere maatregelen te nemen om de blootstelling aan zandvliegjes te beperken. | Het is noodzakelijk om bij gevaccineerde dieren voorzorgsmaatregelen te nemen om de blootstelling aan zandvliegen te beperken. |
Gegevens over de werkzaamheid tonen aan dat een gevaccineerde hond 3,6 keer minder risico loopt een actieve infectie te ontwikkelen en 4 keer minder risico een klinische ziekte te ontwikkelen dan een niet-gevaccineerde hond, bij honden onderworpen aan een meervoudige natuurlijke blootstelling aan parasieten in gebieden met hoge infectiedruk. [opmerking: dus ook een gevaccineerde hond loopt nog steeds het risico Leishmaniose op te lopen] | De werkzaamheid van het vaccin werd aangetoond in een veldonderzoek waarbij seronegatieve honden van verschillende rassen gedurende een periode van twee jaar op natuurlijke wijze werden blootgesteld aan Leishmania infantum in gebieden met een hoge infectiedruk. De gegevens hebben aangetoond dat een gevaccineerde hond 9,8 maal minder risico loopt op het ontwikkelen van klinische tekenen, 3,5 maal minder risico op het hebben van detecteerbare parasieten en 5 maal minder risico op het ontwikkelen van een klinische ziekte dan een niet gevaccineerde hond. [opmerking: dus ook een gevaccineerde hond loopt nog steeds het risico Leishmaniose op te lopen] |
Klik hier voor volledige tekst registratie CaniLeish | Klik hier voor volledige tekst registratie Letifend |