Vaccins Rabiës


Er zijn 2 enkelvoudige Rabiësvaccins voor paarden verkrijgbaar. Fabrikant Nobivac houdt voor paarden een latere leeftijd aan voor een eerste vaccinatie, namelijk 6 maanden en voor hond/kat is dat 3 maanden. Versiguard maakt daar geen onderscheid in. Beide fabrikanten hanteren voor paarden een kortere herhalingsfrequentie, namelijk 2-jaarlijks terwijl dit bij honden 3-jaarlijks is. Het Rabiës bestanddeel bestaat bij alle vaccins uit een geïnactiveerd rabiësvirus, de stam verschilt per fabrikant.

Bij de Rabiësvaccins wordt aluminiumhydroxide of aluminiumfosfaat gebruikt als hulpstof en daarnaast wordt ook nog eens thiomersal gebruikt. Twee hulpstoffen die bekend staan om hun ernstige bijwerkingen.

Het is raadzaam om minimaal 3 weken tussen een Rabiës vaccinatie en andere vaccinaties dan wel anti-parasitaire behandelingen te laten.

Opvallend is dat over Rabiës bij mensen het volgende te lezen valt op de site van het RIVM:

“Een titer van >0.5 IU/ml geldt internationaal als waarde waarboven er voldoende neutraliserende antistoffen aanwezig zijn tegen lyssavirussen. Internationaal wordt deze waarde als minimaal beschermende waarde beschouwd. Bij laboratoriummedewerkers en andere personen die zeer frequent en veelal onbemerkt blootgesteld worden aan het klassiek rabiësvirus dient daarom elke 6 maanden een titerbepaling te worden uitgevoerd. Zij dienen een revaccinatie te krijgen als de titer onder 0,5 IU/ml is gedaald (WHO02b). Omdat na basisimmunisatie het immunologisch geheugen langdurig aanwezig is, ongeacht het tijdstip van immunisatie, wordt revaccinatie niet aanbevolen zolang er geen onbemerkte blootstelling optreedt en binnen 24 uur na blootstelling postexpositievaccinatie toegediend kan worden.”

De vraag mag dan ook gesteld worden waarom eenzelfde titerbepaling niet kan worden toegepast op dieren. Serologisch onderzoek laat zien dat ook de rabiësvaccinaties, hoewel het hier om een dood vaccin gaat, een veel langere immuniteit kent, van minimaal 7 jaar.1

Beschikbare vaccins:

Rabiës, enkelvoudig: zie tabel hieronder

Nobivac Rabiës Versiguard Rabiës
(Intervet) (Zoetis)
6 maand en ouder 12 weken en ouder
Werkzame bestanddelen
Geïnactiveerd rabiësvirus, stam Pasteur RIV Geïnactiveerd rabiësvirus, stam SAD Vnukovo-32
Adjuvantia/hulpstoffen
2% Aluminiumfosfaat: 0,15 ml
Thiomersal 0,01%
Cultuurmedium, dinatriumwaterstoffosfaatdihydraat, natriumdiwaterstoffosfaatdihydraat, water voor injecties
Aluminiumhydroxide 2,0 mg
Thiomersal 0,1 mg
Water voor injecties
Dosering
2-Jaarlijks, na een enkelvoudige basisvaccinatie 2-Jaarlijks, na een enkelvoudige basisvaccinatie, gevolgd door een booster 1 jaar na de basisvaccinatie.
Toediening
Intramusculair Intramusculair of subcutaan
Bijwerkingen
Een lokale entreactie kan voorkomen. Na subcutane toediening: voorbijgaande zwelling (max 10 mm) op injectieplaats eventueel gepaard gaande met een licht onaangenaam gevoel (zeer zeldzaam). Dit is gewoonlijk binnen 10 dagen verdwenen.
Na intramusculaire toediening: voorbijgaande lichte pijn (in zeldzame gevallen gepaard gaande met zwelling) op de injectieplaats. Deze zwelling kan een maximale diameter tot 2 cm bereiken. Deze reacties zijn gewoonlijk binnen 7 dagen verdwenen.
Overgevoeligheidsreactie, zoals bij elk vaccin kan optreden (zeer zeldzaam)
Waarschuwingen
Kan tijdens de dracht en lactatie worden gebruikt. Kan tijdens dracht en lactatie worden gebruikt. Het vaccin is niet uitgebreid getest bij lacterende dieren. Uit de beperkte beschikbare gegevens blijkt echter dat toediening van het vaccin aan lacterende dieren niet gepaard zal gaan met een toename van het aantal bijwerkingen.
Klik hier voor volledige tekst registratie Nobivac Rabiës Klik hier voor volledige tekst registratie Versiguard Rabiës