Goedaardige droes wordt veroorzaakt door de bacterie Streptococcus equi. De naam van de ziekte komt van het Duitse Drüse (klier), omdat bij de ziekte vooral de lymfeklieren aan het hoofd ontstoken raken. Kwade droes, een besmettelijke en dodelijke ziekte bij paarden, wordt veroorzaakt door de bacterie Burkholderia mallei en komt in Europa niet meer voor.
De ziekte kent een wereldwijde verspreiding en is al zeer oud; er bestaan al beschrijvingen van uit de 12e eeuw.
De bacterie dringt het lichaam binnen via de achterkant van de keel en nestelt zich vervolgens in de amandelen en naastgelegen lymfeklieren. Vandaar verspreidt het zich naar de lymfeklieren in hoofd en nek en veroorzaakt daar de zwelling en abcesvorming die zo kenmerkend zijn voor deze ziekte.
Wanneer alleen de lymfeklieren tussen de kaaktakken ontstoken raken, dan spreekt men van kooierdroes.
De droesbacterie wordt overgebracht via de pussige neusuitvloeiing en het pus uit besmette lymfeknopen. De mens kan de bacterie ook overbrengen via pus aan de kleding, schoenen of handen.
Bijna alle paarden maken de ziekte een keer door, vooral op jeugdige leeftijd. Door herhaald contact met de bacterie blijft er afweer aanwezig in het paard. Toch zijn er paarden die op een leeftijd van 10 jaar alsnog weer droes krijgen. Bij die paarden is er geen herhaald contact met de bacterie geweest en is de afweer laag geworden. Maar ook paarden met een andere ziekte onder de leden zijn gevoelig voor droes. Overdracht kan ook plaats vinden wanneer een hengst met droes een merrie dekt (dekdroes) of van veulen op merrie tijdens het drinken waardoor de merrie een ontsteking van de uierlymfeknopen krijgt.
4-12 dagen.
In het acute stadium is het paard erg ziek; symptomen zijn ontsteking van neus, keel en strottenhoofd. De keelontsteking maakt het slikken pijnlijk en soms staat het paard met gestrekte hals. Het paard kan het benauwd hebben en hoesten. Uit de neusgaten kan eerst helder vocht komen, wat later overgaat in pusachtig slijm. Het heeft dan een rochelende ademhaling, tranende ogen en hoge koorts die kan oplopen tot 40°C waardoor sufheid en lusteloos kunnen optreden.
In een later stadium ontstaan grote zwellingen van de keellymfeknopen die na verloop van tijd een abces worden. Door de zwelling van de keellymfeknopen is het pijnlijk om te eten en drinken. Pas als de abcessen in de lymfeknopen doorbreken naar buiten of naar de keel, wordt de druk op de keelstreek minder. Men ziet dan pus aan de onderkant van de kaak of soms via de neusholte naar buiten komen, waarna de koorts zakt en het paard weer wat meer zal gaan eten en drinken.
Bij verslagen droes ontstaan er abcessen in de lymfeknopen door het hele lichaam heen en die kunnen daar dan openbreken. Vaak doen dan de darmlymfeknopen mee.
Bij dekdroes ontstaan er abcessen in en rond de schaamlippen. De dierenarts kan dan in de bekkenholte een grote massa voelen; dit zijn lymfeknopen met abcessen erin.
Aan de hand van de symptomen (koorts, pijnlijke keel, gezwollen keellymfeknopen) is de diagnose keelontsteking te stellen. Als er pus uit de lymfeknopen komt, is de diagnose droes aannemelijk. Door middel van een neusswab is dit aan te tonen.
De therapie is er op gericht om het paard te ondersteunen en ervoor te zorgen dat het blijft eten en drinken. NSAID’s worden toegediend om de (keel)pijn te verzachten en de koorts te remmen. Wanneer er nog geen abcessen gevormd zijn maar de diagnose droes wel gesteld is, kan er besloten worden om AB te geven. Indien de diagnose wordt gesteld nadat zich abcessen hebben gevormd, zal de dierenarts er soms voor kiezen de abcessen open te snijden om het pus te verwijderen. De abcessen moeten rijpen en de dierenarts kan besluiten trekzalf in te zetten om dit proces te versnellen. Als de abcessen zijn opengebroken, ontstaan er gaatjes waaruit het pus vloeit. Die zal de dierenarts open houden en spoelen met milde ontsmettende vloeistoffen. Als het paard niet drinkt kan de dierenarts een infuus geven.
Paarden herstellen over het algemeen goed van droes. Alleen de verslagen vorm kent een slechte prognose; hierbij is de kans groot dat de abcessen (met name in buik en borst) openbreken waar de paarden aan kunnen overlijden.