Voor deze combinatie zijn 2 vaccins beschikbaar.
De herhalingsfrequentie loopt uiteen: van 1-jaarlijks bij Zoetis tot 3-jaarlijks bij Merial (behalve voor de Chlamydia en feline leukemie componenten in het vaccin (1 jaarlijks).
Beide fabrikanten vermelden dat vaccineren van FeLV positieve katten niet zinvol is.
Daarnaast vermeldt fabrikant Zoetis nog het volgende:
“…heeft geen invloed op het verloop van een kattenleukemie-infectie die op het ogenblik van de vaccinatie reeds in de kat aanwezig is. Dit betekent dat dergelijke katten kattenleukemie virus zullen uitscheiden ongeacht de vaccinatie. Deze katten vormen dus een gevaar voor gevoelige katten in de omgeving. ..”
Niesziekte
Kattenziekte, Niesziekte
Kattenziekte, Niesziekte inclusief Chlamydia
Kattenziekte, Niesziekte, FeLV
Kattenziekte, Niesziekte inclusief Chlamydia, FeLV: zie tabel hieronder
Fevaxyn Pentofel | Purevax RCPCh FeLV |
---|---|
(Zoetis) | (Merial) |
9 weken en ouder | 8 weken en ouder |
Werkzame bestanddelen | |
Geïnactiveerd Kattenleukemie virus, 61E stam | FeLV recombinant kanariepokkenvirus (vCP97) |
Geïnactiveerd: | Geïnactiveerd: |
Feline Calicivirus, 255 stam | Feline Calicivirus antigenen (stammen FCV 431 en G1) |
Levend verzwakt: | |
Feline Rhinotracheitisvirus, 605 stam | Feline Rhinotracheïtis herpesvirus (stam FHV F2) |
Feline Chlamydia felis, Cello stam | Chlamydophila felis (stam 905) |
Kattenziektevirus, CU 4 stam | Feline Panleucopenie virus (PLI IV) |
Adjuvantia / hulpstoffen | |
Ethyleen/maleïnezuuranhydride (EMA-31), neocryl,, Emulsigen SA Eagles Earles Minimal Essential Medium met Hepes buffer |
Gentamicine Sucrose, sorbitol, Dextran 40, caseïne hydrolysaat, collageen hydrolysaat, dikaliumfosfaat, kaliumdiwaterstoffosfaat, kaliumhydroxide, natriumchloride, dinatriumwaterstoforthofosfaat, monokaliumfosfaat anhydraat, kaliumchloride, dinatriumfosfaat dihydraat, magnesiumchloride hexahydraat, calciumchloride dihydraat |
Dosering | |
Jaarlijks na 2-voudige basisvaccinatie met een interval van 3-4 weken.
Een extra dosis wordt aanbevolen voor kittens die in een omgeving met een verhoogd FeLV risico worden gehouden en die de 1e dosis voor de leeftijd van 12 weken hebben gekregen. |
3-Jaarlijks na 2-voudige basisvaccinatie met een interval van 3-4 weken en een booster na 1 jaar, voor FCV, FHV en FPV; Jaarlijks voor Ch felis en feline leukemie componenten |
Toediening | |
Subcutaan | Subcutaan |
Bijwerkingen | |
Entreactie, zoals voorbijgaande koorts, braken, gebrek aan eetlust en/of lusteloosheid, die gewoonlijk binnen 24 uur verdwijnt (zeldzaam). | Voorbijgaande apathie en anorexia alsook hyperthermie (gewoonlijk gedurende 1 of 2 dagen) (incidenteel). Voorbijgaande hyperthermie en lethargie in volwassen katten, soms in combinatie met kreupelheid, gedurende 1-3 weken na de herhalingsvaccinatie. |
Lokale reactie met zwelling, pijn, jeuk en haaruitval op de plaats van injectie (zo nu en dan). | Lokale reactie (lichte pijn bij palpatie, jeuk of een beperkt oedeem) kan optreden, deze verdwijnt binnen hoogstens 1 of 2 weken. |
Overgevoeligheidsreacties met oedeem, ademhalings- en hartproblemen, ernstige maagdarmstoornissen of shock gedurende de 1e uren na de vaccinatie (zeer zeldzaam). | Overgevoeligheidsreactie (uitzonderlijk). |
Waarschuwingen | |
Vaccinatie van drachtige poezen wordt afgeraden. | Niet gebruiken bij drachtige dieren. Gebruik wordt afgeraden tijdens de lactatie. |
Geneesmiddel bevat minerale olie. Injectie/ zelfinjectie kan ernstige pijn en zwelling tot gevolg hebben, vooral in geval van injectie in een gewricht of vinger. Zonder snel medisch ingrijpen kan dit in zeldzame gevallen leiden tot verlies van de betrokken vinger. | |
Vaccinatie van FeLV positieve katten is niet zinvol. | Vaccinatie van FeLV positieve katten heeft geen voordeel. |
De vaccinatie heeft geen invloed op het verloop van een kattenleukemie-infectie die op het ogenblik van de vaccinatie reeds in de kat aanwezig is. Dit betekent dat dergelijke katten kattenleukemie virus zullen uitscheiden ongeacht de vaccinatie. Deze katten vormen dus een gevaar voor gevoelige katten in de omgeving. Het verdient dan ook aanbeveling om katten bij wie het risico dat ze aan het kattenleukemie virus werden blootgesteld groot is, vóór de vaccinatie op kattenleukemie virusantigenen te testen. Bij een negatieve test mag de kat worden gevaccineerd. Bij een positieve test moet de kat van andere katten worden geïsoleerd en na 1 à 2 maanden opnieuw worden getest. Katten die bij de 2e test positief blijken te zijn, moeten worden beschouwd als katten die continu met het kattenleukemie virus zijn besmet en dienen als dusdanig te worden behandeld. Katten die bij de 2e test negatief blijken te zijn, mogen worden gevaccineerd omdat ze de kattenleukemie-infectie hoogstwaarschijnlijk hebben overwonnen.* [*Opmerking: Deze laatste bewering verbaast nogal; waarom een dier vaccineren dat zojuist het virus overwonnen heeft en voor onbepaalde tijd immuun is.] | Het wordt aanbevolen om vóór de vaccinatie een test op FeLV antigenen uit te voeren. |
Klik hier voor volledige tekst registratie Fevaxyn Pentofel | Klik hier voor volledige tekst registratie Purevax RCPCh FeLV |