Net zoals AIDS (HIV) bij de mens, bestaat er ook een immunodeficiëntie-virus bij katten: FIV (feline immunodeficiëntie virus). Hoewel FIV tot dezelfde familie behoort als HIV, is FIV diersoortspecifiek en kunnen alleen katten onderling de ziekte overdragen. FIV is een zogenaamd lentivirus, een geslacht van retrovirussen die chronische en dodelijke ziekten veroorzaken en gekenmerkt worden door een lange incubatietijd (5-6 jaar).
Het virus wordt overgebracht via bloedcontact.
Bij FIV geschiedt de voornaamste overdracht door een directe bijtwond en in veel mindere mate door langdurig sociaal contact. FeLV (Feline Leukemie Virus) wordt daarentegen voornamelijk door langdurig sociaal contact overgedragen en in een veel mindere mate door bijtwonden.
Kittens kunnen via de placenta en de moedermelk geïnfecteerd worden met FIV. Dit gebeurt meestal alleen wanneer de moeder besmet wordt terwijl ze dragend of lacterend is.
Uiteenlopend van enkele weken tot jaren; een kat kan wel meer dan 5 jaar besmet zijn met FIV zonder hiervan ziek te worden.
Het ziekteverloop is vergelijkbaar met HIV. Het virus tast het immuunsysteem van de kat aan waardoor deze gevoelig wordt voor allerlei infecties (schimmels, bacteriën, virussen, parasieten enz.).
Na infectie met FIV zijn er een aantal stadia:
Acute stadium. Dit stadium kan zonder ziekteverschijnselen optreden. Soms wordt alleen wat koorts of gezwollen klieren waargenomen. Op dit moment is de kat bijzonder vatbaar voor huid- en darminfecties.
Asymptomatische fase. In deze fase vertoont de kat geen ziekteverschijnselen (meer) maar is het virus wel aanwezig in het bloed. Deze periode kan een aantal jaren duren, soms zelfs langer dan 5 jaar. De kat kan in deze periode andere katten besmetten.
Fase met vage, algemene symptomen zoals terugkerende koorts, oogontsteking, verminderde eetlust en vermageren.
AIDS gerelateerd stadium. Dit is het stadium waarin het de eigenaar opvalt dat de kat niet in orde is. Veel voorkomende ziekteverschijnselen zijn: tandvleesontstekingen, oogontstekingen, vermageren, lymfeknoopzwelling, benauwdheid, diarree. Deze symptomen worden over een periode van enkele maanden steeds erger.
Uiteindelijk zal een deel van de katten een stadium bereiken vergelijkbaar met AIDS bij de mens. De kat vermagert, krijgt chronische ziekteproblemen en allerlei secundaire infecties die hij niet kan overwinnen zoals bijvoorbeeld longontsteking. Ook neurologische verschijnselen worden nogal eens waargenomen bij katten met AIDS.
Door middel van bloedonderzoek. Met behulp van een bloedtest worden antilichamen tegen FIV aangetoond. De meeste katten maken antilichamen aan 3-4 weken na infectie. Een eenmalige positieve uitslag betekent dat de kat besmet is.
Bij gezonde katten kunnen vals-positieve uitslagen voorkomen. Is de test positief bij een gezonde kat dan zal het bloed voor bevestiging naar een gespecialiseerd laboratorium gestuurd moeten worden.
FIV is niet te genezen. Secundaire bacteriële infecties kunnen symptomatisch worden behandeld.
Specifieke antivirale therapie met Interferon van Virbac is mogelijk maar is niet 100% werkzaam. Het is daarbij een dure behandeling en wordt daarom in de praktijk nog niet veel toegepast.
Door de lange periode (gemiddeld 5 jaar) die zit tussen besmetting met het virus en het ontwikkelen van ziekteverschijnselen hebben katten met FIV een betere prognose dan katten met FeLV. Zij kunnen meestal nog een aantal jaren een goed leven hebben voordat zij te ziek worden maar zullen uiteindelijk toch overlijden aan de complicaties van de ziekte.
Contact (en dan met name agressie) met andere katten moet voorkomen worden wat betekent dat de kat binnen of op eigen terrein gehouden moet worden.