Babesiosis

Tekenkoorts, piroplasmose

Babesiosis wordt veroorzaakt door de eencellige parasiet Babesia canis. Babesia parasieten worden overgebracht door teken. Er zijn diverse soorten Babesia’s die door verschillende tekensoorten worden overgebracht. De algemeen in ons land voorkomende schapenteek (Ixodes ricinus) is niet besmet met deze parasiet. De Dermacentor reticulatus en de Dermacentor marginatus zijn dat wel. Tot voor kort kwamen deze teken (en de aandoening) alleen in de warmere Europese landen voor en niet ten noorden van Parijs. In 2004 echter werd de Dermacentor reticulatus voor het eerst in de regio Den Haag en Arnhem aangetroffen. Gebleken is dat deze Dermacentor teek in ons land kan overleven en de ziekte Babesiosis is inmiddels vastgesteld bij honden die niet buiten Nederland zijn geweest.

In een onderzoek van de Faculteit Diergeneeskunde en het Utrecht Centre for Tick-borne Diseases onder 300 paarden op Schouwen-Duiveland werden in totaal 126 teken op 43 verschillende paarden gevonden. Bij 5% van de teken ging het om de Dermacentor-teek. Bij onderzoek tussen 2007 en 2013 werden meer dan 1300 Dermacentor-teken op 11 verschillende locaties in Nederland en België gevonden. Bijna 2% van de onderzochte teken bleek besmet te zijn met Babesia caballi (ziekteverwekkend voor paarden) of Babesiacanis (ziekteverwekkend voor honden).

Het verschil tussen Dermacentor teken en “gewone” (Ixodes) teken is vrij eenvoudig waar te nemen: zowel Ixodes teken als Dermacentor teken hebben een scutum (een hard schildje op de bovenkant van hun lijf), dat bij mannetjes het gehele achterlijf bedekt en bij vrouwtjes alleen het kopgedeelte. Bij Dermacentor teken heeft dit schildje een gevlekt patroon, bij Ixodes soorten is dit schildje eenkleurig.

Besmetting

Een hond kan besmet raken door een tekenbeet wanneer deze teek zich eerder heeft volgezogen met bloed van een besmet dier. Het duurt 24-48 uur voordat de babesia’s besmettelijk worden. Daarom moeten de teken snel verwijderd worden.

Incubatietijd

2-4 weken, ten hoogste 6 weken.

Ziektebeeld

Babesiosis ontwikkelt zich alleen maar in rode bloedcellen.
Er zijn 2 vormen van babesiosis.

  1. De acute vorm:
    In het acute stadium kunnen de volgende symptomen waargenomen worden: sloomheid, gebrek aan eetlust, snel oplopende hoge koorts, versnelde pols en ademhaling. Door de massale bloedafbraak krijgt de hond bloedarmoede wat zorgt voor bleke slijmvliezen en rood/bruine urine. De lever en milt zijn gezwollen. De hond kan, als hij eenmaal bloed plast, binnen een paar uur overlijden door een gebarsten lever of milt. De parasieten zijn in dit stadium in het bloed aan te tonen.
  2. De chronische vorm:
    De parasieten kunnen zich ergens in de lever of milt verborgen houden. Het kan soms wel maanden duren voordat een hond een aanval krijgt die aan babesiosis doet denken. Bij de chronische vorm zijn de symptomen veel vager. De hond is snel moe, gaat vaak liggen, heeft een slechte eetlust en donkere, slijmerige diarreeachtige ontlasting waardoor hij vermagert en hij hijgt veel (zelfs tijdens zijn slaap). In de loop van de tijd (soms maanden) gaat zijn conditie steeds meer achteruit. Soms heeft de hond ook koorts en worden de slijmvliezen wat bleker. Vanwege het geleidelijke verloop is deze ziekte zeer verraderlijk. Uiteindelijk volgt een duidelijk herkenbare (acute) aanval. Maar omdat de weerstand van de hond dan al ernstig te lijden heeft gehad en de lever en nieren vaak al serieus letsel hebben opgelopen vergt het herstel dan een hele lange adem. De behandeling is hetzelfde als bij de acute aanval, eventueel aangevuld met bloedtransfusie en de toediening van allerlei versterkende middelen. De eetlust komt maar langzaam op gang. En er kunnen zich nog allerlei lever- en niercomplicaties voordoen.
Diagnose

Aan de hand van het verhaal (last van teken, buitenland geweest), lichamelijk onderzoek (zie symptomen) en bloedonderzoek. De parasieten zijn met een speciale test zichtbaar te maken in de rode bloedcellen.

Therapie (regulier)

De behandeling bestaat uit 2 injecties Imidocarb® met een tussentijd van zo’n 10 dagen. Dit geneesmiddel is bij de meeste dierenartsen niet standaard op voorraad.

Prognose

Indien de behandeling op tijd gestart wordt is de overlevingskans hoog. Al blijven honden die deze ziekte overleefd hebben wel de infectie bij zich dragen (maanden tot zelfs wel jaren) maar zijn daarna (gedeeltelijk) immuun voor deze ziekte.