Adjuvantia en hulpstoffen G-M

Hieronder worden de adjuvantia en hulpstoffen die we in de bijsluiters en registraties tegenkwamen op alfabetische volgorde (nader) benoemd en uitgelegd.

Gehydroliseerde gelatine caseïnehydrolysaat

Hydrolyse is de splitsing van een chemische verbinding onder opneming van water. Hydrolyse van de peptidebinding in eiwitten breekt de eiwitten af tot kleinere polypeptiden en uiteindelijk tot aminozuren. Hydrolyse van collageen levert gelatine op.

Gelatine (E441)

Geleermiddel, wateroplosbaar, verteerbaar en vormt een gel die sterk, flexibel en transparant is. Wordt als stabilisator in vaccins gebruikt.Gelatine is een eiwitproduct dat wordt bereid door gedeeltelijke hydrolyse uit collageen. Collageen is een eiwit dat voorkomt in bindweefsels (onder andere huid, botten en kraakbeen) van zoogdieren.
Gelatine wordt gewonnen door huiden en beenderen van met name biggen en koeien na hydrolyse langdurig te laten trekken in heet water en wordt als stabilisator gebruikt in vaccins.
Gelatine wordt verantwoordelijk gehouden voor verschillende allergische reacties na vaccinatie, zoals urticaria, lokale entreacties en anafylactische shock.

Gelatine-gebaseerde stabilisator

Zie gelatine.

Gentamicine

Gentamicine is een antibioticum met een breed werkingsspectrum tegen aerobe gramnegatieve micro-organismen. Het heeft belangrijke nevenwerkingen, het is namelijk bij overdosering giftig voor het gehoor (orgaan van Corti) en voor de nieren, die beide onomkeerbaar beschadigd kunnen worden. Om deze reden wordt het bij humaan gebruik buiten het ziekenhuis vrijwel alleen uitwendig gebruikt (oog- en oordruppels); bij inwendig gebruik dient geregeld te worden gecontroleerd of de concentratie in het bloed onder de gevaarlijke waarden blijft, (piek- en dalspiegels) waardoor het vrijwel alleen in het ziekenhuis toepassing vindt.

Gemodificeerde Hartmann-oplossing

Oplossing bestaande uit natriumchloride, kaliumchloride, natrium-L-lactaat, calciumchloride, water voor injectie.

Gluciden in PBS

PBS: Fosfaat gebufferde zoutoplossing; natriumchloride, natriumfosfaten en soms kaliumchloride en kaliumfosfaten. Helpt om pH constant te houden.
Gluciden: Ook wel koolhydraten genoemd, dit zijn alle soorten suikers, waaronder glucose, fructose en galactose.

Glutaminezuur  (E620)

Glutaminezuur is een natuurlijk voorkomend aminozuur maar kan ook synthetisch of door middel van fermentatie worden gemaakt. Dit E-nummer valt onder de categorie smaakversterkers.
Het is een stof die te maken heeft met prikkeloverdracht tussen transmitters/zenuwuiteinden.
Bijwerkingen: volgens het boekje “wat zit er in uw eten?” zijn de risico’s: verlies van gevoel in rug, nek en armen, cardiovasculaire aandoeningen, astma-aanvallen.
Helpt de zuurgraad in vaccins op peil te houden.

GMEM medium

Zie Modified Eagle’s Medium.

Immunostim

Adjuvans (Mycobacterial Cell Wall Fraction (MCWF) immune stimulating adjuvant).

Kaliumchloride (E508)

Kaliumchloride (KCl) is het chloridezout van kalium en komt van nature voor in het lichaam en speelt een rol bij het reguleren van het kloppen van het hart. Zowel een te hoge (hyperkalemie) als een te lage concentratie (hypokalemie) kaliumchloride kan gevaarlijk zijn. Een te hoge concentratie heeft hartkloppingen tot gevolg, een te lage concentratie verlaging van de klopsnelheid (bradycardie).
Het wordt gebruikt in medicijnen en ook als dodelijke injectie bij het uitvoeren van de doodstraf in Amerika. Het merendeel van de kaliumchloride wordt gebruikt bij het vervaardigen van kunstmest. Bijwerkingen kunnen maagdarmklachten zijn: misselijkheid en braken, diarree en darmbloedingen. In grote hoeveelheden ingenomen kan het een hartstilstand veroorzaken.

Kaliumdihydrofosfaat

Zie Kaliumdiwaterstoffosfaat.

Kaliumdihydrogeenfosfaat

Zie ook: kaliumdiwaterstoffosfaat. Wordt gebruikt als pesticide. Werkt schimmeldodend.

Kaliumdiwaterstoffosfaat (KDP)

Zout van fosforzuur. Het zout is goed oplosbaar in water en wordt gebruikt als voedseladditief en als additief in sigaretten, kunstmest en schimmelbestrijder en als buffer in vaccins. Het synthetische eindproduct is een kristalpoeder. Dit poeder kan irritatie veroorzaken aan ogen, luchtwegen en huid.

De Food en Drug Administration (US) heeft diverse manieren van blootstelling onderzocht, maar er is geen informatie bekend wat het doet als het via een injectie direct in het lichaam wordt geïnjecteerd, noch op korte noch op lange termijn.

Kaliumhydroxide (E525)

Zuurteregelaar en anti-klontermiddel. Kaliumhydroxide is zeer corrosief voor de huid en de ogen. Corrosief is een materie-eigenschap en betekent dat een stof andere stoffen waarmee hij in contact komt kan vernietigen of onherstelbaar beschadigen. In geval van contact met weefsel zoals de huid veroorzaakt een dergelijke stof brandwonden. Ook inademen van een corrosieve stof kan gevaarlijk zijn.

Het woord corrosief is afgeleid van het Latijnse werkwoord corrodere, wat bijten betekent. Dit benadrukt de manier waarop corrosieve stoffen zich een weg door andere stoffen lijken te bijten, alhoewel deze verklaring niet helemaal juist is. Een lage concentratie van een corrosieve stof heeft vaak irritatie tot gevolg.
Corrosieve stoffen zijn anders dan giftige stoffen qua werking. Corrosieve stoffen hebben directe gevolgen indien ze in contact komen met weefsel, terwijl bij giftige stoffen het effect vaak even op zich laat wachten.

Het boekje “Wat zit er in uw eten?” adviseert dit middel te vermijden en vermeldt dat het onder andere gebruikt wordt om bij kalveren de groei van de hoorns te remmen.

Kaliumfosfaatbuffer

Zuurteregelaar. Zorgt voor juiste pH-waarde en osmolariteit.

L2 gevriesdroogde stabilisator

Dextran 40, Caseïne hydrolysaat, Lactose, Sorbitol, Natrium hydroxide.

Lactose

Lactose, ook wel melksuiker genoemd. Lactose zit in heel veel E-nummers (o.a. in gelatine en sorbitol).

Lactosemonohydraat

Zie lactose.

Magnesiumchloride hexahydraat (E511)

Magnesiumchloride (MgCl2) is het magnesiumzout van zoutzuur. Het is, op natriumchloride na, de meest voorkomende zoutcomponent in zeewater.
Magnesiumchloride wordt gewonnen door het indampen van de overgebleven vloeistof ontstaan bij de productie van kaliumchloride uit carnalliet.
Wordt als stabilisator gebruikt.

Mannitol

Mannitol is een polyol (of suiker-alcohol) en vergelijkbaar met xylitol of sorbitol. Het wordt slecht door het lichaam opgenomen. In vaccins gebruikt als water aantrekkende stof. Van Mannitol is niet bekend wat het doet wanneer het rechtstreeks via een injectie het lichaam binnenkomt. Bijwerkingen, op korte noch op lange termijn, zijn onbekend.In Engeland wordt het sterk afgeraden aan zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven. In grote doses kan het een laxerende werking hebben. Wanneer het via intraveneuze injectie wordt toegediend, heeft Mannitol forse bijwerkingen die de stofwisseling aantasten. Risico’s: zuurheid, uitdroging, nierstenen, misselijkheid, duizeligheid, flauwvallen en het kan fatale gevolgen hebben.

MEM (of: Modified Eagle’s medium of Minimum Essentieel Medium)

Kweekmedium, bevattend aminozuren, zouten (calciumchloride, kaliumchloride, magnesium sulfaat, natriumchloride en mononatriumfosfaat), glucose en vitamines.

Metastim (SP Olie)

MetaStim is een adjuvant, bestaande uit:

  • Carbopol 941 (4.00 mg)
  • Squaleen (3.24 mg)
  • Pluronic L – 121
  • Polysorbaat 80

Squaleen staat vooral bekend als een meervoudig onverzadigde koolwaterstof die wordt aangetroffen in de leverolie van haaien (squaleen verwijst naar squalidae (Doornhaaien)) maar komt ook in ons lichaam voor omdat het nodig is bij de productie van cholesterol. Op de wikipediapagina wordt squaleen ook beschreven als een bactericide, een middel dat bacteriën doodt.

Volgens T.C. Kuiper-v.d. Bos, schrijfster van het boek “De verborgen gevaren van vaccinaties” verandert de combinatie in de adjuvans de kenmerken van het squaleen dermate dat het niet langer meer door het lichaam als lichaamseigen wordt herkend, maar als lichaamsvreemd wordt gezien waardoor er een sterke reactie van het immuunsysteem wordt geactiveerd. Omdat squaleen ook een belangrijke stof is bij de aanmaak van cholesterol kan het gebeuren dat de lichaamsvreemde squaleenvariant ook terechtkomt in het cholesterol.

Carbopol in combinatie met Squaleen vergroot de kans dat de eiwitten in squaleen worden vervormd door ladingsverschuivingen van de atomen, waardoor ze niet meer normaal kunnen functioneren.

Synonieme namen voor Pluronic L 121 zijn onder andere 2-methyloxirane en oxirane copolymer, kortweg ook wel oxirane genoemd. 2-Methyloxirane (een propylene oxid) is in Canada verboden omdat het kankerverwekkend is gebleken bij proefdieren.

Polysorbaat 80 (E433), ook wel Polyoxyethyleen-20-sorbitaan Monoleaat is een olieachtige vloeistof die gebruikt wordt in geneesmiddelen en voedingsmiddelen (verdikkingsmiddel, emulgator en stabilisator). Polysorbaat 80 wordt uit Sorbitol E420 gemaakt.
Volgens het boekje “Wat zit er in uw eten?” zou het sporen van giftige producten kunnen bevatten.
“Dit additief is al sinds de jaren 50 omstreden. Het zou stoffen kunnen bevatten die giftig zijn, zoals ijzeroxide van dioxaan en ethyleenglycol.
De risico’s volgens het hiervoor genoemde boekje: huidreacties, darmstoornissen, infecties van de urinewegen, gewichtstoename, nierstenen, gezwellen en een verminderde opname van ijzer wat bij proefdieren levercirrose veroorzaakt. Analyses zijn al in 1956 aangevraagd om te bepalen of dit additief kankerverwerkkend is; de resultaten hiervan zijn nog altijd niet bekend!
Advies: echt vermijden.”

Monokaliumfosfaat (anhydraat)

Zie kaliumdiwaterstoffosfaat