Voor deze combinatie zijn 2 vaccins beschikbaar (zie tabel hieronder). Versican maakt melding van het feit dat er na vaccinatie vaccinstammen van CPV (kortstondig) kunnen worden uitgescheiden.
Wat herhalingsfrequentie betreft: Versican vermeldt een 3-jaarlijkse herhaling terwijl Nobivac slechts vermeldt: “Na vaccinatie met Nobivac Puppy DP volgens voorschrift is een immuniteitsduur van 3 weken onderbouwd.”
Toch zijn er honden die na vaccinatie met dit vaccin antilichamen opbouwen die langdurig (jaren) aanwezig zijn. Maar blijkbaar kan de fabrikant dit niet met eigen (wetenschappelijk) onderzoek bevestigen, waardoor het niet in de bijsluiter vermeld mag worden.
Parvo
Hondenziekte, Parvo: zie tabel hieronder
Hondenziekte, Leverziekte, Parvo
Hondenziekte, Leverziekte, Parvo, Leptospirose
Hondenziekte, Leverziekte, Parvo, Kennelhoest
Hondenziekte, Leverziekte, Parvo, Kennelhoest, Leptospirose
Hondenziekte, Leverziekte, Parvo, Kennelhoest, Leptospirose, Rabiës
Nobivac Puppy DP | Versican Plus DP |
---|---|
(Intervet) | (Zoetis) |
6 weken en ouder | 6 weken en ouder |
Werkzame bestanddelen | |
Lyofilisaat Levend, geattenueerd: - Hondenziektevirus, stam Onderstepoort - Canine Parvovirus, stam 154 |
Lyofilisaat Levend geattenueerd: - Canine distemper virus, stam CDV Bio 11/A - Canine parvovirus type 2b, stam CPV-2b-Bio 12/B |
Adjuvantia/hulpstoffen | |
Lyofilisaat: Sorbitol, gehydrolyseerde gelatine, caseïnehydrolysaat, dinatriumfosfaat dihydraat Suspendeervloeistof: Nobivac Solvens: kalium dihydrogeen fosfaat, dinatriumfosfaat dihydraat, water voor injectie |
Lyofilisaat: Trometamol, EDTA (chelaton ii), sucrose, dextran 70 Suspendeervloeistof: water voor injecties (aqua ad iniectabilia) |
Dosering | |
1 Dosis per dier op de leeftijd van 6 weken. [opmerking: er wordt geen herhalingsfrequentie geadviseerd]. Na vaccinatie met Nobivac Puppy DP volgens voorschrift is een immuniteitsduur van 3 weken onderbouwd. |
3-Jaarlijks na 2-voudige basisvaccinatie met een interval van 3-4 weken. |
Toediening | |
Subcutaan | Subcutaan |
Bijwerkingen | |
Overgevoeligheidsreactie met symptomen zoals lethargie, oedeem van de kop, pruritis, braken, diarree, dyspneu of neervallen na vaccinatie (zeer zeldzaam). In de meeste gevallen is dit type reactie mild, van voorbijgaande aard en zelf limiterend. Lokale vaccinatiereactie, bijvoorbeeld een lokale zwelling, ter hoogte van de injectieplaats (zeer zeldzaam). |
Voorbijgaande zwelling (tot 5 cm) op de injectieplaats (vaak). Deze kan soms pijnlijk, warm of rood zijn. Een dergelijke zwelling zal tegen 14 dagen na vaccinatie spontaan verdwenen zijn of sterk verminderd zijn. Gastro-intestinale klachten mogelijk zoals diarree, braken of anorexie en verminderde activiteit (zeldzaam). Overgevoeligheidsreacties optreden (i.e. anafylaxie, angio-oedeem, dyspneu, circulatoire shock, collaps) (zelden). Systemische reacties zoals lethargie, hyperthermie en algemene malaise (zeer zelden). |
Waarschuwingen | |
Kan tijdens het tweede en derde stadium van de dracht worden gebruikt. De veiligheid van het diergeneesmiddel tijdens het vroege stadium van de dracht en tijdens lactatie is niet onderzocht. | |
Maternale antistoffen kunnen het resultaat van de vaccinatie ongunstig beïnvloeden. | Immunologische respons op de CDV en CPV bestanddelen van het vaccin kan vertraagd zijn vanwege interferentie met maternale antilichamen. Echter, het is aangetoond dat het vaccin bescherming biedt tegen virus challenge bij maternale antilichaamtiters tegen CDV en CPV die gelijk zijn of hoger dan onder veldomstandigheden gebruikelijk. In situaties waarin zeer hoge titers van maternale antilichamen verwacht worden, dient het vaccinatieschema dienovereenkomstig bepaald te worden. |
Een goede immuunrespons is afhankelijk van een volledig adequaat immuunsysteem. Immunocompetentie van een dier kan negatief beïnvloed worden door verschillende factoren waaronder zwakke gezondheid, voedingstoestand, genetische factoren, gelijktijdige behandeling met medicijnen en stress. | |
Na vaccinatie kunnen gevaccineerde honden de levend geattenueerde virus vaccin stam CPV-2b uitscheiden, uitscheiding van CPV is aangetoond tot 10 dagen. Echter, vanwege de lage pathogeniciteit van deze stam, is het niet nodig gevaccineerde honden te scheiden van niet- gevaccineerde honden en gedomesticeerde katten. De vaccin virus stam CPV-2b is niet onderzocht in andere carnivoren (behalve honden en gedomesticeerde katten), waarvan bekend is dat ze gevoelig zijn voor canine parvovirussen en daarom dienen gevaccineerde honden na vaccinatie van hen gescheiden te worden. | |
Klik hier voor volledige tekst registratie Nobivac Puppy DP | Klik hier voor volledige tekst registratie Versican Plus DP |